Bij een oude luchtfoto

104

Van een buurtgenoot kreeg ik van de week een afdruk van een luchtfoto van Gieterveen van rond de jaren zestig. Ik ben er om het op z’n dorps te zeggen heel wijs mee, want het voegt iets toe aan het beeld van Gieterveen waarin ikzelf als jongeling opgroeide. De foto is niet opgenomen in een van de tot op heden onovertroffen boeken over Gieterveen van Jo Tingen. Ik moest de afdruk (een A-viertje) welhaast met een loep bekijken om te zien hoe een en ander er toen uitzag. Het stuk grond waar de Burgemeester-Nijenhuisschool zou verrijzen, ligt nog braak en dus moet de foto van vóór 1959 zijn. We weten immers dat deze school (met het befaamde afschuifbare dak) in september ’59 is geopend. Ik zit op de schoolfoto die op die dag is gemaakt, als 8-jarige dondersteen in het midden op de eerste rij. Ik moet hiervoor denk ik eventjes uit mijn spelerij zijn gehaald, want gezien mijn smerige knieën en afgezakte sokken wijst niets op enige fotogeniekheid. De bank waarop de jongste kinderen zitten, komt uit het meubilair van de gymnastiekvereniging, die gebruik maakte van de grote zaal van café Zwiers en die langs de muur aan de noordkant stond en waarop de kinderen die niet aan de beurt waren moesten zitten. Want onze gymleraar El Oosting hield de wind er goed onder! Op de foto is -hoewel een stipje- duidelijk het huis te zien waar mijn tante Geertje woonde en later mijn ouders.
Wat opvalt is dat de landerijen één grote lappendeken zijn. De ruilverkaveling begon eind jaren zestig en zou het landschap ingrijpend veranderen. Het gevolg hiervan was dat het aantal boeren ook drastisch slonk. In mijn oude buurtje, de Tjassenswijk, bestond het grootste deel van de bewoners uit boeren. Keuterboeren met niet meer dan 1 paard, een paar koeien en kleinvee. Het is bijna niet voor te stellen hoe deze mensen rondkwamen. En toch hadden onze buren -Hilbolling en Jannes Koops- eerder televisie dan wij. Van armoede of rijkdom is op de foto niets te zien. Elk stukje grond was genummerd. Een oom van ons uit Veendam bezat ook een paar van zulke kaveltjes. Ik vond ze terug op de lijst van grondeigenaren. Het oude sportveld is nog wel zichtbaar, tevens het huisje van het echtpaar Meertens, waar later de Meertensweg naar is vernoemd. Herenweg-Noord is op de foto nog niet verhard. De kolk aan de voorzijde van de Tjassenswijk is nog net zichtbaar. In oude tijden toen winters nog met recht winters mochten worden genoemd, werd hierop bijna jaarlijks geschaatst en de echte diehards schaatsten via Nieuwediep tot aan Stadskanaal.
Ik ga terug via de Veenakkers, passeer alle huizen en lispel de namen van de vroegere bewoners. Schuiling, Koopman, Van Lent, Hingstman, de gebroeders Eling, Klaassens, Koops en mijn eigen stek waar toendertijds mijn grootouders, Harm en Trientje Wigchering, woonden.
Wat ook opvalt is dat er nog een aantal open plekken aan de Veenakkers te zien zijn, waar al jaren huizen staan. De boerderij van de familie Nijboer wordt nog helemaal omringd door akkerland. Dat is later grotendeels gebruikt voor de huizen aan de Meertsensweg (noordzijde) en enige oneven nummers aan de Veenakkers. En nu verrijzen er 3 nieuwe woningen aan de westzijde van het pad dat ik uit gewoonte het Nijboerslaantje noem. Het gebied erachter, de speelweide, is donker van kleur, hetgeen zou kunnen betekenen dat het moerassig was en niet geschikt als landbouwgrond. Feitelijk is het dat nog steeds. Men noemde dat vroeger broeklanden, waar uiteraard de straatnaam Broek vandaan komt. Aardig detail: wij keken vroeger op tegen de Broek, het werd zelfs weleens badinerend De Goudkust genoemd. Dat was dus helemaal niet nodig, want eigenlijk lag de Tjassenswijk niet lager -misschien zelfs wel iets hoger- dan de Broek. t Is maar net vanuit welke hoek je het bekijkt. Over Bonnerveen en verderop ga ik het tzt ook nog weleens hebben. Ik berg de foto op in mijn archiefje. Een hele aardige aanwinst. Gegroet allemaal!

Willem.