Column Willem Haandrikman “Stam + t”

430

Stam + t

De vakantie is begonnen en hoewel het op meerdere plekken in de wereld behoorlijk rommelt en ons dit niet onbezorgd laat, proberen wij er toch iets moois van te maken. Wij wonen tenslotte in een relatief veilig land, laat dat gezegd zijn. Onze vakanties bestaan meestal uit dagtochtjes door het noorden. Van Termunten tot Lemmer of naar beneden tot de grens van zo ongeveer Deventer. Dat is onze aktieradius. Soms een reisje met de trein naar het westen of het zuiden en in de loop van de avond weer lekker thuis.

Gisteren reden we van Delfzijl af in de richting van Dokkum. Bij elke dijkdoorgang liepen we even naar de kust en snoven de geur op van de zilte zee en voelden de wind om de kop jagen. Heerlijk! Meer hoeft het voor mij niet te zijn. Elke polder is ons bekend. Het gerij en geklauter maakt hongerig en tegen vijven waren we neergestreken bij een wat kleurloze eetgelegenheid dat Stam heette. Nu zijn we allebei voorzichtige eters, zeer zeker geen exquise fijnproevers. Het voorzichtige heeft te maken met het feit dat we allebei een moeilijke maag hebben en dus is het oppassen geblazen met vet en bepaalde ingrediënten, maar een beetje kok draait zijn of haar hand daar niet voor om. Bij Stam was het rustig en we bestelden bij de bedienster een eenvoudige maaltijd. Ik had zicht op de achter in de zaal gelegen bar waar zo nu en dan een lange man die veel weg had van Basil uit de televisieserie ‘Fawlty Towers’ opdook. Hij gaf aanwijzingen aan de bedienster en trok zich dan snel weer terug. Het voedsel liet niet lang op zich wachten, het zou goed binnen te houden zijn en we besloten verder te gaan. Mijn vrouw ging nog even toiletteren en ik vroeg aan het langssnellende meisje de rekening. ‘Wilt u geen kopje koffie na?’ zei ze ‘Het zit bij de prijs in hoor’. Wij verdragen moeilijk koffie en ik zei ‘Nou nee, maar een kop thee sla ik niet af’. Ik zag het meisje even verschieten. ‘Da’s goed’ zei ze weifelend en snelde weer naar de keuken. Ik hoorde Basil nu met het meisje redetwisten. Ze kwam terug met de mededeling dat koffie standaard was en thee niet. Hierbij lachte ze even kort. Ik kreeg een beetje met haar te doen. Wat is nou moeilijker; het bezorgen van twee koppen heet water of twee koppen koffie? dacht ik en ik liet mijn ongenoegen voorzichtig blijken. ‘Nee, ik moet geen koffie, ik heb liever thee’ zei ik. ‘Twee gewone thee’. Alsof dat de prijs in hun voordeel nog zou drukken. Op mijn vraag naar de rekening zei ze dat ze die meteen zou maken.

Ik vrees dat het laatste niet geheel juist was. Basil zorgde daarvoor en die had de twee theeën conform zijn regel meegerekend. ‘Die laatste twee theeën betaal ik niet hoor’ zei ik tegen het meisje, toen ze het papiertje bijna discreet voor mij op tafel schoof. Ze sputterde dat dat toch zo was afgesproken. ‘Neejhh’, zei ik. ‘Ik zie dat in plaats van koffie en zo is het ook’. Ik legde het naar boven afgerond bedrag dat overeenkwam met de maaltijd plus voordrankje op tafel en zei ‘Asjeblieft, en doe Basil de hartelijke groeten’.

Mijn vrouw had van die twee laatste theeën niets meegekregen. Ik vertelde het haar toen we naar buiten liepen. Ze lachte het weg. We reden het terrein af en ik zag nog net hoe Basil via de keukendeur naar buiten kwam en ons enige tijd nakeek. Volgend jaar gaan we wel weer eens langs om te zien of ze ons nog kennen. Voor de rest was het een smet-te-lo-ze dag!

Willem