Column Willem Haandrinkman “Stemmen!”

396

Stemmen!

Ha, we mogen weer. Om de zoveel tijd -het is nooit helemaal duidelijk wanneer- mogen we weer. Soms zit het kabinet de rit niet uit en dan mogen we iets eerder. Later nooit.  ‘Dat is een gegeven’ zou Johan Cruijff zeggen.

Het kan mij echter niet vaak genoeg: stemmen bedoel ik. Het is de kers op de democratische taart. De weg ernaartoe volg ik met redelijke belangstelling, maar daarna verdwijnt-i weer met evenveel vaart. Ik ben eerlijk gezegd nooit zo geïnteresseerd geweest in politiek. Ik heb doorgaans niet zulke florissante gedachten over een groot deel van onze volksvertegenwoordigers en gaandeweg hun zittingsperiode wordt dat alleen maar erger. Geef ik ze bij aanvang nog een voorzichtige voldoende, na elke buts of blunder zakken ze dieper weg in mijn lijstje en op het laatst lijken het wel vlinders wier vleugels tot op de draad zijn afgesleten. De term aangeschoten wild zal ik hier als oud-PSP-sympathisant begrijpelijkerwijs niet gebruiken. Maar naar verloop van jaren, als ze allang uit Den Haag vertrokken zijn, begin ik sommige van hen toch wel te respecteren en ik lees hun boeken (Van Agt, Ter Louw) en verdraag zelfs hun humor (Van Dam, Wiegel). Misschien is het juist de invoelbaarheid van die mensen en van levenslange rancune wil ik niet weten.

Van de lokale partijen weet ik niet veel. Ik ga er vanuit dat ze dezelfde standpunten hanteren als de landelijke partijen. Van oproer in eigen gelederen hoor ik weinig en dat zou toch moeten, want waar tref je meer meningsverschillen aan dan juist in de politiek? Tegen verkiezingstijd kom ik meer dan eens in de penaire: waar moet ik nu weer es op stemmen?

Om aan mijn eigen zweverigheid een eind te maken vulde ik de stemwijzer in. Nu ben ik niet zo van de extremen en ik vink van de 5 keuzevakjes dan ook zelden het uiterst linkse of rechtse ‘zeer’ aan. Ik ben ergens tegen óf voor en dat lijkt mij voldoende. In het politieke spectrum kwam ik daardoor akelig dicht in de buurt van … D66!  Dat had ik van mijzelf niet gedacht. Nu kun je denken ‘nog een keer proberen’, maar dan ga je sjoemelen en dus ging ik zinspelen met de verkregen uitslag. Zo dacht ik bijvoorbeeld: heeft onze gemeente wel een charismatische D66-aanvoeder, een soort Alexander Pechtold of een jonge hond als oprichter Hans van Mierlo? En wat te denken van mensen als Els Borst of Boris Dittrich? Janee, dan zou ik het wel weten! Maar toch, moet ik mij wel wagen aan deze club van beminnelijken; die o zo aardige maar ook een beetje fletse middengroep? Misschien zegt het meer over míjn wijkende vurigheid inzake hekele kwesties of komt het door het gekakel aan de randen van het politieke landschap dat mij naar het rustiger midden dwingt.

Nou ja, toch maar eens kijken hoe op 19 maart mijn alpino staat en of de vonk dan ook overslaat. Want stemmen ga ik! Dat is een recht waar iedereen die daarvoor in aanmerking komt gebruik van zou moeten maken. Vind ik..!

Willem