Collumn: Loopvoetballen

408

Op de leestafel in de wachtkamer van de huisarts lag een folder over walking football. Ik zag kortgeleden een demonstratie op de televisie van deze nieuwe sport. Dat wil zeggen: voor mij was het nieuw, want het bestaat al veel langer. Het is komen overwaaien uit Engeland. Met verbazing bezag ik het. Het is een uiterst serieuze bezigheid, die wordt aangeprezen door allerlei instanties die zich bemoeien met het soepel houden van lijf en leden. Maar het wekte mij nogal op de lachspieren. Het deed me denken aan een scêne uit een filmpje van Monty Python. Ook uit Engeland trouwens en dus dicht bij het vuur. Mijn eerste gedachte was dat de spelers van dit spel iets mankeerden, dat ze tijdens een wedstrijd waren geveld door het een of ander en dat ze zich nu op ludieke wijze opgekalefaterden. Dat was niet het geval. Het is een sport met strikte regels, net als het gewone running football.

Ik heb de spelregels even doorgenomen. Walking football wordt vertaalt als wandelvoetballen, wat gezien de recreatieve aard van het wandelen mijns inziens niet helemaal klopt, loopvoetballen komt dichter in de buurt. Er wordt met 6 tegen 6 spelers gespeeld op een veld van 40 x 25 meter. Wat bij het gewone voetbal standaard is komt bij het loopvoetbal niet van pas. De mooiste regel is misschien wel punt 10, luidende: Rennen wordt bestraft met een indirecte vrije trap op de positie waar de speler is gestart met rennen.
Dit kun je toch niet zonder glimlach passeren. Ik vraag me af wie dat precies bijhoudt. En dan; wat voor de één al rennen is, is voor de ander nog lopen. De grijze grensgevallen zijn arbitrair, maar kunnen niet anders dan leiden tot meningsverschillen.

Nu ben ik geen kenner van voetbal, eigenlijk van geen enkele sport. Dat is niet erg, want ons land is vergeven van kenners van elke sportdiscipline. Van pingpong tot trekkertrek, niets ontgaat het oog van de toeschouwer en ik bekijk het van de zijkant als een leek en denk: als mensen lopend voetballen, waarom nemen ze onderweg op een wandeling dan geen balletje mee en tikken het over en weer? Zo deden wij dat vroeger ook weleens. Op een dergelijke wijze moeten de meeste sporten ooit zijn ontstaan; spelenderwijs. Want de mens is bij alles op competitie gericht en wil punten scoren. Zo is het altijd gegaan. Tot en met boerengolf, stiletto-rennen en grasmaaierracen toe. Het is kietelen aan de regels van bestaande sporten door er een andere draai aan geven. Zitvoetbal bestaat ook al, nu nog ligvoetbal, dan is de cirkel (lees: de bal) rond.

Willem