Column “Eendracht maakt macht”

464

Eendracht maakt macht

De Hemelvaartmarkt zit er weer op. Het is bijzonder goed verlopen, dat mag worden gezegd, temeer het voor de nieuwe organisatie aanpoten geblazen was. De afgeserveerde oud-organisator probeerde via slinkse weg nog roet in het eten te gooien, maar het nieuwe team kon na afloop een hele lange neus naar hem maken. Ook bij de molen was het de hele dag een komen en gaan. ‘De Eendracht’ kon de bezoekers amper verstouwen en de leemovenbakkers waren al zeer vroeg in touw om de klanten van heerlijke bollen te voorzien.

Tegenwoordig is een korenmolen niet meer zo noodzakelijk dan in de dagen dat ze het Hollandse landschap gezicht gaven. Men beschikte toen alleen nog maar over wind om het graan te malen en door gebruik te maken van grote maalstenen kon men zich van meel voorzien. Ook de watergebieden werden door molens droog gepompt en geschikt gemaakt voor landbouw en veeteelt. Er moeten in Nederland in die eeuwen duizenden molens hebben gestaan. Wij zijn er wereldberoemd door geworden. De keerzijde van deze ingenieuze bouwwerken was dat ze nogal kwetsbaar waren en menigmaal sloeg bij zware storm een molen op hol wat tot brand kon leiden of sloeg de bliksem in. Veel molens zijn mede daardoor verdwenen. De grote omslag kwam natuurlijk door de uitvinding van de stoommachine en weer later de verbrandings- en electromotor en mede daardoor verwaarlozing van de bovenbouw en uiteindelijk het gehele bouwwerk.

De derde generatie Mulder, de gebroeders Jannes en Jan, dreven ‘De Eendracht’ met verve en handelden tevens in veevoer. Met paard en wagen ging meestal Jannes naar de klanten en leverde zijn handel af. Dat ging er zeer rustig toe. Toen ik langzamerhand een aardig toompje kippen begon te krijgen, reed ik zo nu en dan even naar de Mulders en haalde er een paar zakken voer. Als Jannes niet in de voorraadschuur naast de molen bezig was, liep ik naar de boerderij. De koegang en de stallen waren al even oud als de molen. Ik waande mij er in een soort museum. Dan door de geut naar de achterkamer, waar het ooit helder moet zijn geweest, maar nu bruin van de rook. Het behang dateerde nog van de jaren vijftig. Soms kwam Jan al van de overkant. Samen met Jannes liep ik naar de schuur. Hier stonden de vele soorten diervoeders keurig opgestapeld. ‘Houveul most hebben William’, zei Jan dan. Vooral dat laatste zei hij met een zekere flair. Jannes zei nooit veel. Ik zei dat ik wel een paar zakken kon gebruiken. Hij pakte ze van de stapel en legde ze achterin mijn auto. Hoewel ik altijd contant betaalde, schreef Jannes in keurig handschrift een nota in een carbonboekje en gaf het mij. De gele doordruk deed hij in een oude King-doos, die hij vervolgens op de plank terugschoof. ‘Dat is veur de adminnistraosie’ zei Jan dan. Ze lachten beiden geluidloos. Ik zette mijn kippetjes niet aan minder te vreten, want ik ging met plezier naar de Mulders. Soms waren ze bezig het schuurtje op te redderen of aan te vegen. Ook dat was een tafereeltje waar ik met plezier naar keek. Ze lieten het zich welgevallen. Als men spreekt van ‘de tijd stond er stil’ dan kwam dit heel aardig in de buurt. Maar ik heb ook eens meegemaakt toen ik er op een zomerse middag aanfietste, hoe een boer met een vracht op te zakken of te malen graan de Mulders vloekend en scheldend aanspoorde deze klus zo snel mogelijk te klaren. Ik had enorm met ze te doen en ik zei dat hij zich een beetje rustig moest houden en of hij zich niet schaamde die mannen -ze waren al aardig op leeftijd- zo op te jagen. Hij schreeuwde waar ik mij mee bemoeide en reed van de weeromstuit ook nog mijn fiets omver. Onze Lieve Heer schept exemplaren die met molentjes lopen, het zij zo.

Als ik nu bij de ingang van de molen sta denk ik nog weleens aan dit incident. Die vroegere schuur is onder andere een ruimte geworden voor de vrijwilligers om even bij te tanken, want de Hemelvaartmarkt is een topdag. Aan de buitenmuur prijkt nog het bordje ‘UTD mengvoeder’, daaronder de logo’s van de sponsoren van ‘De Eendracht’. Ik hoop dat ze stuk voor stuk woord houden en de molen nog voor vele generaties blijven steunen. Maar laat gezegd zijn: zonder al die vrijwilligers is het gauw gedaan. Dank zij hen draait de molen (met of zonder wind) weer als vanouds. Al met al was het een zeer geslaagde markt, een prima opmaat naar die van 2020. Hulde!

Willem