Column: Kouwe benen

413

Vandeweek verscheen er aan de rechter zijde van mijn onlinekrant ineens reclame van mannenmaillots. Niet dat ik niet wist dat zulke kledingstukken er voor mannen zijn, hoewel ik ze op de mannenafdeling in een kledingwinkel of bij de Hema of de Zeeman nog nooit heb zien liggen. Ik weet niet wat de mij soms voorbij vliegende hardlopers of wielrenners dragen: een legging of een soort van maillot? Ik las het blokje aandachtig. Het deed me voorkomen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat een zich in de kou begevende man zo’n kledingstuk van de plank pakt en zich erin hult.

Een stukje historie.

Begin jaren ’80 werkte ik een tijdlang bij een bodemonderzoekbedrijf. Het was zwaar werk, dagen van soms wel 12 uur. Er werkten alleen mannen, velen voorzien van tattoes en baarden en ze gedroegen zich als trotse nazaten van Obelix en de zijnen. Nietemin heb ik vreselijk gelachen met die gasten. Het bedrijf werkte door heel Nederland. Toen de klus in Noord-Drenthe erop zat, werd ik als enige van de uitzendkrachten gevraagd of ik een vast contract wilde. Ik stond in twijfel. Het salaris was uitstekend, maar de ploeg verhuisde naar de Flevopolder en dat betekende 4 á 5 keer per week overnachten in een hotel. Ik houd erg van mijn eigen bedje, bovendien stond de winter voor de deur. Wat betreft de kou, liet mijn voorman weten, daar hoefde ik mij geen zorgen over te maken en hij somde de kleding op die zij standaard van het bedrijf kregen. Tot mijn verbazing noemde hij zonder blikken of blozen ook maillots (legging of althans het woord bestond toen nog niet). Dat kwam nogal vreemd bij mij binnen: zo’n kerel van 2 meter hoog en navenant breed en met een stem als een bombardon. Maar het scheen een normaal, sterker nog, onmisbaar kledingsstuk en zeker in geval van barre weersomstandigheden in hun wereld te zijn. Ik besloot uiteindelijk niet mee te gaan. Bij de volgende Elfstedentocht hoorde ik een reporter over het gebruik van maillots bij de schaatsmannen. En voetballers zag ik ook steeds vaker tot ver over de knieën gekoust. Maar helemaal zonder frictie gaat het kennelijk niet, want ik herinner me in ieder geval dat een columnist van het ‘Dagblad’ enige jaren geleden schreef dat indien zoontjelief vanwege de vrieskou maillots wilde dragen, hij (de vader dus) persoonlijk beide beentjes van de jonge Van Persie zou breken. Kerels, vooral sporters, vond hij, moeten lijden. Geen gezeur over vrieskou. Ik was onthutst over deze brute en vooral liefdeloze razernij. Nu ben ik lid van geen enkele sport, maar ik weet enigszins wat lijden is en ik zou indien dit een huiselijk punt was, mijn kroost met plezier toestaan zich in deze dracht te hullen. Want kouwe benen… brrr, ik moet er niet aan denken.

Waarom ik deze reclame op mijn site kreeg is mij echter een raadsel. Of hoort de plezierwandelaar (is plezierwandelen een erkende sport?) tot de doelgroep van Beenmode.nl? Ik zou het niet weten. Ik fiets ook weleens een ommetje. Wie weet krijg ik te zijner tijd specifieke reclame voor de gezonde peddelaar. Van superzachte gelzadels tot verwarmde handvaten en speciale wind- en waterafstotende kleding. Ik ben heel benieuwd.