Oververhitte huizenjagers

454

Jaren geleden schreef ik een stukje over een man die ons huis meende te kunnen kopen. Het was in de tijd dat de huizenprijzen in een dip zaten en de WOZ-waarde met wat zakgeld nog te vereffenen was. Dat is nu wel anders. In dat verhaaltje situeerde ik een nogal patserige man in een cabriolet die precies recht voor ons huis stop hield. Hij parkeerde met een doel en dat verstond ik woord voor woord. Ik was namelijk in de tuin bezig enige bijzettafeltjes te schilderen. De man zag mij niet, ik hem wel. ‘Nummer 52, ja daar sta ik recht voor’, hoorde ik hem zeggen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. ‘Anderhalf’, zei hij nu. Anderhalf wat? dacht ik. Ik kwastte ondertussen rustig door en wachtte af. Nu hoorde ik de man uit de auto stappen. ‘Goeiemiddag’, zei de man over de heg. Ik goeiemiddagde terug. ‘Bent u de eigenaar van dit pand, meneer?, zei de man. ‘Dat ben ik’, zei ik. ‘En eh heb ik het goed dat u het wilt verkopen?’ ‘Nee, dat heeft u niet goed’, zei ik verbaasd. ‘Ooohh’, zei de man ‘het staat op mijn gegevens’ en hij wapperde met een vel papier. ‘Dat kan wel zijn’, zei ik ‘maar dan deugen uw gegevens niet’. ‘Anderhalve ton is de richtprijs’, zei de man, alsof dat zou helpen. Anderhave ton. Mmhh, dat is meer dan de gemeentelijke WOZ-taxatie, dacht ik. De man liep nu korzelig terug naar zijn cabrioletje en begon te bellen. Ik hoorde wat heen en weer gemopper. Daarna stapte hij opnieuw uit en zei ‘Ik ben abuis, ik moet aan de Tjassenswijk zijn’. ‘Ach’, zei ik ‘en eh ook op nummer 52?’ ‘Ja, op nummer 52′. Voor de goede orde: de nummering van Tjassenswijk gaat maar tot en met 16. Dit verhaaltje heb ik ergens in 2005/06 geschreven. Die patserige man stond inderdaad recht voor ons huis te bellen. Het was denk ik een makelaar, hij stapte ook uit en ik sprak eventjes met hem. Ons huis had er verder niets mee te maken. Maar dat zo’n verhaal reëel kan zijn blijkt wel uit een bericht dat ik van de week las, namelijk dat een makelaar in Hoogeveen bepaalde huizenbezitters een schrijven doet toekomen of zij weleens hebben nagedacht over het verkopen van hun huis. Er is een enorm gebrek aan woningen en de prijzen schieten door het plafond. Mensen doen er alles aan om iets te vinden. Het doet me denken aan de televisiekinderserie Mik en Mak uit de beginjaren zestig, waarin Oma Tingeling de hoofdrol bezette. Oma Tingeling woonde op het kruispunt van de vier windstreken in een schattig huisje. In dat huisje gebeurden hele wonderlijke dingen die de immer van een forse sigaar voorziene buurman Hum Drum erg nieuwsgierig maakte en daarom wilde hij haar huisje kopen. In elke aflevering opnieuw. ‘Nee, meneer Hum Drum, mijn huisje is niet te koop’, zei Oma Tingeling dan en daarop brak Hum Drum boos zijn sigaar door midden onder het slaken van ‘Weer niet’. Wij kinderen voorzagen die domheid natuurlijk en kraaiden het uit.

Maar wat zullen we doen als er een dezer dagen plotseling zo’n brief in de bus ligt waarin te lezen staat dat een wanhopig paar hun vier ogen hebben laten vallen op ons stulpje, ja het hun grote voorkeur heeft en ze met een exorbitant startbedrag schermen. ‘Zie het als een mooi compliment voor uw huis’, schuimbekt de makelaar, die financieel ook mee deelt in de transactie. Nee, ik denk niet dat we het gaan doen. De man in die cabriolet uit dat verhaaltje liet ik overigens vertrekken na hem toevertrouwd te hebben dat wij ons huis nog niet voor een miljoen willen verkopen. Door deze orale carbitknal was hij totaal uit het veld geslagen. Het zal me echter niets verbazen als er zich te zijnder tijd een soortgelijke situatie voordoet. Dat er in ons dorp vraag naar woningen is mag blijken uit de plannen het aan het Vonderpad gelegen speelveldje + het bosje te bestemmen voor enige tientallen huizen. Wie had dat kunnen denken? Het veldje tussen Meertensweg, Veenakkers en Nijboerspaadje is inmiddels van bijna alle bomen ontdaan. Zonde, zonde, heel erg zonde….! Het was zo’n mooi paadje. Nou ja, misschien moet ik dat absurde bedrag voor alle zekerheid toch maar verhogen, want met die oververhitte huizenjagers weet je niet hoe de ballen gaan rollen. Een bord in de tuin met ‘Dit huis is NIET te koop!’ zal al te grijpgrage humdrummen misschien de wind uit de zeilen nemen.      

                                                                                              Willem.