Column “Prachtig mooie dag!”

468

Prachtig mooie dag!

Ik heb -laat ik eerlijk zijn- met het begrip ‘Hogere Kunst’ nooit veel op gehad. Knijp een dozijn tuben verf leeg op een doek, veeg het uiteen zoals je een vloertje dweilt, geef er een nietszeggende titel aan en voilla…! Zo simpel zal het wel niet liggen, maar dat wil niet zeggen dat ik het zelfs na gedegen uitleg kan waarderen. Als er Hogere Kunst is dan is er ook ‘Lagere Kunst’, dat spreekt voor zich. Hogere Kunstliefhebbers haalden daar in de tijd dat ik mij er zijdelings mee bezighield hun neus voor op. Ik begreep dat toen niet en nu nog niet. Het verbaasde me dan ook dat er onlangs werk van Anton Pieck op een beroemde veiling voor dikke prijzen wegging. Er doet zich kennelijk een omslag in de wereld van de ‘Lagere’ figuratieve kunst voor. Toevallig hoorde ik daar iemand iets over zeggen op onze najaarsmarkt. Die vond onlangs onder ideale weersomstandigheden bij de molen plaats. Wat een geweldige plek om elkaar te treffen! Toneelvereniging Crescendo speelde een zonnig, lichtvoetig stuk dat de lachers op de hand kreeg. Waardering alom. Onze burgemeester lachte zich ook de buus oet. Daarbij een prachtig van-alles-en-nog-wat-marktje, niet verpest door house- of hoempapamuziek en bovenal alleen maar met vrolijkmakende koppen. Kan het beter? Top!

Op zeker moment stond ik bij een stalletje met boeken. Ik zag er een boek van Rien Poortvliet tussen liggen, getiteld: ‘Te hooi en te gras’. Kon bijna niet passender. Daags voor de markt zag ik immers nog een boer hooien en het gras moet ook nodig nog es gemaaid worden. En dat eind september…!

De werkelijke betekenis van die titel is anders, maar het sloot zo prachtig aan bij het weer. Ik stond wat boven dat boek te mijmeren toen een artistiekerig uitziend mannetje zich plotseling naast mij drong en zei ‘Rien ne va plu’ (op zijn Frans) en meteen daarna ‘Rien hoort niet’. Ik ken die giftige schreeuwleus nog uit vervlogen dagen. Ik keek er nietemin van op. De man pakte het boek, bladerde het ruw door en smakte het bijna weer terug. Ik was er een beetje door van slag en ik liet dat ook merken. Een duidelijke Poortvliet-hater. Je had in de tijd dat Rien Poortvliet en Anton Pieck zo populair waren meer van dat soort types. Een soort van afgunst was het. Anton (voor nog geen) Pieck-, Toon (tje lager) Hermans- en Rien (hoort niet) Poortvliet-haters werden ze wel genoemd. Een beetje zielige, zelfingenomen typetjes, die ik graag ontzag.

Ik wilde mijn dag er niet door laten bederven en liep verder. De molen draaide dat het een lieve lust was, de broodoven knalde bijna uit zijn stenen vel en ik wilde haast wel roepen ‘Mensen, wat is dit toch geweldig!’, maar dat doej niet ja. Mijn vrouw kocht een paar paprika’s, een flesje chutneys en een zak met Gieterveense peren. We kletsten wat met dies en gene en na een tijdje liepen we naar de uitgang. Daar zag ik plotseling dat omhoog gevallen mannetje weer. Hij lachte vrijelijk naar me en bewoog zich met een zekere nonchelance naar het marktterrein. Ik zag het twee-drie seconden aan, keerde toen resoluut om en sjeesde hem halverwege het terrein driest voorbij. Bij het boekenstalletje aangekomen legde ik ogenblikkelijk beslag op dat boek van Rien Poortvliet. ‘Niks paraplu!’ zei ik op mijn beste Frans, want hij stond inmiddels naast me. Ik hoorde hem kort vloeken. Ik kocht het boek in eerste instantie natuurlijk omdat het een prachtig boek is, maar tevens omdat ik de indruk had dat hij het óók wilde hebben, maar nog in twijfel stond of hij dat wel kon maken. Daarom gedroeg hij zich zo boers. Eerst iets tot de grond toe afkraken om het daarna hopelijk voor een prikkie te kunnen scoren. Ik ken dat soort handelsgedrag. Dat heb ik door geregeld bij stalletjes als deze boeken te kopen wel geleerd. ‘En nou op hoes an, peer’n schill’n’, zei ik toen ik mijn vrouw weer had ingehaald en ik haar het boek liet zien.

Later die middag zat mijn schoonmoeder bij ons in de tuin in het boek te bladeren. ‘Wat een mooi boek’ zei ze. Ze mag het gratis en voor niks hebben, want zij en haar huisgenoten in het zorgcentrum weten ‘Lagere’ kunst op de juiste waarde te waarderen. Ja… al met al was het een prachtig mooie dag!

 

Willem