Column Willem Haandrikman “Wensvlinder”

396

Wensvlinder

Elke poging die de mens onderneemt om terug te gaan in de tijd is bij voorbaat gedoemd te mislukken, het is eerder de tijd zelf die de geschiedenis laat herhalen. Dit klinkt misschien wat heftig, maar het moet even worden gezegd. Afgelopen zaterdag waren er in ons dorp een reeks activiteiten waardoor ik onwillekeurig aan het vergelijken ging en waarbij de moderne tijd uiteindelijk glansrijk won. Als je werkelijk een bepaalde tijdfase wilt nabootsen moet je het dorp immers grotendeels afbreken en weer opbouwen zoals het er op dat bewuste moment uitzag en dat zal schrikken worden, want nu is alles vele malen mooier en vooral vele maler beter. Ook de mensen zou je om een goed beeld van die tijd te krijgen moeten aanpassen. Hun omvang, hun hele verschijning was totaal anders. Dat zou absoluut niet te doen zijn.

Begiftigd met deze gedachte begaf ik mij al vroeg tussen mijn dorpsgenoten bij het ontbijt vanwege het 70ste bevrijdingsjaar. De vrouw was nog in bed gebleven en fietsend naar het feestterrein gaf ik haar eventjes geen ongelijk, maar eenmaal in de grote tent voelde het als een warm bad. Het bedienend personeel, opgedoft  in oude stijl, liep zich werkelijk het vuur uit de sloffen.

Het ad interim-koor zong een door Wies de Boer gezongen hymne en de burgemeester -vergelijk zo’n man bijvoorbeeld eens met een burgemeester uit de jaren 40!- speechte uit de losse pols over vrede en vrijheid en liet ons daverend applaudisseren voor alle vrijwilligers die dit reuzenwerk verrichtten en ondertussen kauwden wij vol overgave en goot mijn buurman per ongeluk een flinke scheut karnemelk in zijn koffie. Lachen man! Een beetje bezinning, babbelderij en grote schalen brood en vooral… het bij elkaar zijn!

Na het ontbijt ging menigeen de film met verhalen van enige getuigen over de bevrijding bekijken. Mooi gedaan. Bij genoeg belangstelling binnenkort op een schijfje te verkrijgen (is mij verteld).

Tegen de middag brak gelukkig de zon door en gingen wij andermaal naar het feestterrein. De springkussens werden goed gebruikt en er werden papieren wensvlinders, gemaakt door de schoolkinderen, verspreid. Ook dát is vrijheid. Ik nam een wensvlindertje van de grond en las: ik wens dat iedereen een keer kan lachen. Een bijzonder hooggegrepen gedachte die alleen van een kind (of een clown) kan komen. Maar om de wereld in het gareel te houden is er helaas meer nodig dan lachen. Op de achterkant van het vlindertje staat de maker: Nikki. Nikki heeft het goed gezien, er moet inderdaad wereldwijd meer gelachen worden. Was er maar een supergeloof die dit als hoofdgebod stelde; het zou er een stuk gezelliger door worden.

’s Avonds bij een oud bluesmuziekje dacht ik nog even na over de dag en stelde vast dat wij hier met elkaar perfekt leven, dat we alleen het weer niet kunnen sturen (en dat is maar goed ook!) en dat we waakzaam moeten blijven voor reuring van al te felle nationalisten en politieke lasteraars.

Tegen middernacht hoorde ik gezang vanuit het dorp. Misschien heeft het 70 jaar geleden ook wel zo geklonken, nou ja, gevat in de liedjes van die tijd dan.

Ik kijk nog eens naar het vlindertje voor me op tafel en ik denk dat wanneer je de mens in toom wilt houden ze misschien beter van papier zouden kunnen zijn. Maar eerlijk gezegd; ik heb ze toch het liefst van vlees en bloed. Ik hang het boven mijn werkplek en bewaar het als een souveniertje van een mooie dag. Bedankt iedereen en tot ziens maar weer bij een volgend evenement.

 

Willem