Ik houd niet zo van sprookjes, dit om te beginnen. Dat had ik vroeger al. Het heeft te maken denk ik met het al te opzichtig verliezen van de slechterik en het winnen van de geslachtofferde. Noem het maar een soort Assepoester-syndroom of een Hans en Grietje-traumaatje. Nee, ik las liever de Kameleon of Arendsoog. Dat stond wat dichter bij het plattelandsleven en je wist wat je had. In het latere leven bleken die sprookjes echter niet zelden een maniertje om iets vervelens omslachtig uit te leggen en daarin schoten die jongens van Kameleon dan weer te kort. Die moderne sprookjes krijgen wel een iets andere vorm en inhoud, maar het blijven natuurlijk sprookjes.
Het was bijvoorbeeld een sprookje dat er na mei ’45 geen oorlogen meer zouden komen, maar nie wieder! bleek domweg onhoudbaar. Evenmin hielden onze onverwoestbare dijken het in ’51 en de eerst zo toegejuichte kernenergie bleek ook al niet ongevaarlijk. Nou ja, we hadden tenminste een enorme gasbel!! Ons leven verrijkte en overal glorieerden keizers als praalhanen en ook het gewone volk deelde in de winst. Maar toen ontstond er zorg, want die gasbel bleek niét oneindig groot (de sprookjesballon barstte), de aarde warmde ook nog eens teveel op en het idee ontstond dat wij dan maar van de wind moesten leven. ‘Van de wind leev’n, dat ken ja nait!’ zeiden de mensen vroeger, niet zelden trouwens boeren, als reactie op lanterfanters die deze slogan in hun vaandel voeren. Nu ligt dat anders. Nu wordt handel in wind juist gepropageerd!
En nu is er bijna niemand meer die zegt dat dat niet kan, maar dat we de manier waarop die wind wordt omgezet in energie niet willen!. Want boven het Hans en Grietjebos verheffen zich straks torenhoge bouwsels met generatoren ter grootte van Q-Liners en wieken met een spanwijdte 3 keer die van een Boeing. Dat is geen sprookje, dat gaat realiteit worden. Gelukkig gaan die dingen niet al te lang mee en zullen de verhuurders van de grond over een tig aantal jaren die grond gewoon weer moeten bebouwen. Tot die tijd kunnen ze weliswaar behoorlijk binnenlopen. Over compensatie of schadeloosstelling voor de directe omwonenden wordt weinig tot niet gesproken. Zij mogen worstelen met de gevolgen. Een nogal scheve verhouding, lijkt me.
En dat is ook zo inherent aan die sprookjes: scheve verhoudingen. Pas aan het eind als de slechteriken weer gewoon de slechteriken zijn en de goeien weer gewoon de goeien keert de rust terug. Je kunt natuurlijk ook hopen dat de slechteriken tot inkeer komen, maar ja, we willen wel graag dat onze zwavelstokjes (lees: onze lampen, computers, televisies, i-pads enz.) blijven branden. Die sprookjes lopen meestal af met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’. Het aardige is alleen dat die sprookjes zich altijd in een heel ver verleden afspelen, maar het sprookje van die ‘Wind/winst-kwestie’ speelt in het nu en daar zullen we hoe dan ook mee moeten leren leven…
Ja, ik blijf het waarheidsgehalte maar knap lastig vinden…van sprookjes dus?
Willem.