Wat zou mijn leven betekenen zonder kennis van het alfabet en de bekwaamheid van lezen? Een denkbeeldige vraag, waar ik het antwoord niet op weet. Want het is me gelukkig niet overkomen dat ik de Burgemeester-Nijenhuisschool doorlopend, het lezen niet goed machtig werd of er -om wat voor reden ook- de pest aan kreeg. Een kleine 10 procent van de 17.5 miljoen Nederlanders heeft moeite met lezen en schrijven. Een deel hiervan kan het helemaal niet. Alsof dit ineens naar boven is komen drijven, zijn er op de televisie nu twee programma’s die hierop inspelen. Zelfs in deze verkiezingsdagen besteedde het tv-praatprogramma Op1 er onlangs uitgebreid aandacht aan. Goeie zaak, vind ik. Want lezen en schrijven is enorm belangrijk. Het elkaar kunnen begrijpen in eenvoudige taal is in deze flitsende wereld erg noodzakelijk. Mensen die om wat voor reden ook het lezen en het schrijven niet machtig zijn, moeten zich op hele slimme wijze door de wirwar van borden en teksten in de supermarkt en andere winkels heen worstelen. De aanbiedingen gaan mogelijk voor een deel aan hun neus voorbij en brieven van de belasting of andere officiele instellingen verdwijnen onderin de la. Daardoor kunnen ze bepaalde voordelen en tegoeden mislopen. De gemeente Assen hield enige jaren geleden nog duizenden euro’s over, omdat ‘mensen die er recht op hebben het niet ophaalden’, zei zo’n gemeentelijke wijsneus. Maar juist in die groep was de leeskunde erg beperkt en dus wisten zij het gewoon niet. Dat is niet de schuld van deze rechthebbenden, maar van de ambtenaren, wiens taalgebruik voor deze mensen onbegrijpelijk was. Het doorgaans gebruikte woord voor deze mensen is laaggeletterden. Ik vind dit een neerbuigend woord. Alsof aan de overkant van het taalkennisspectrum de hooggeletterden staan. Ik wil daar liever niet in geloven. Uiteindelijk gaat het om het dagelijkse gebruik van het lezen en -iets minder belangrijk- van het schrijven. Op een van de vragen in Op1 hoe de lees- en schrijfbeperkten in dat televisieprogramma gaan stemmen, was het algemene antwoord dat ze dat nog nooit hadden gedaan. Zo’n één op de tien stemgerechtigen laat zijn/haar stem dus vanwege deze beperking lopen! Tenzij ze het middels een volmacht zouden laten doen of de hulp inroepen van een van de stembureaumedewerkers. Maar óf ze van het bestaan hiervan weten is maar de vraag, want in de partijspotjes wordt weinig tot geen aandacht besteed aan deze vergeten groep. Hun reactie ‘ach, dat stemmen heeft toch geen enkele zin’ maakt het des te treuriger. Maar ik begrijp het wel. Als ik mijn politieke voorkeur geheim zou willen houden, zou ik het potlood ook niet door een ander willen laten besturen. En zo gaan er dus heel veel stemmen nodeloos verloren. Op de vraag wat mij al dat gelees en geschrijf heeft opgeleverd kan ik moeilijk een goed antwoord geven. Het is vooral tamelijk bewegingloos leven en dat is afgaande op de huidige trend, dat zegt dat zitten het nieuwe roken is, héél ongezond. Nou ja, doe het dan maar met mate!
Tot slot wil ik u nog wijzen op het boekenkastje bij het dorpshuis. Daarin kunt u te allen tijde boeken plaatsen. Terugplaatsen mag, hoeft niet. U kunt er ook boeken in kwijt. En omdat u op 22 november in het dorpshuis uw stem mag uitbrengen, kunt u het kastje niet missen!
Willem.