Het heilig vuur

865

Ofschoon ik weinig tegen het christelijke geloof als levensfilosofie heb -afgezien dan van de starre leefregels- zijn het toch vooral de heidense invloeden die aan de kerkelijke feestdagen het nodige vermaak en sjeu geven. Denk maar eens aan de kerstboom, kerstversiering en -verlichting, aan de paashaas, paaseitjes, het paasvuur en aan pinkpop. Dat laatste is er natuurlijk veel later bijgekomen. Maar de calvinisten van weleer zouden alle genoemde festiviteiten als duivelse uitwassen verafschuwd hebben. De ongelovige of minder bijbelvaste mens juicht dit juist toe en schaart zich met gezin en/of vrienden rond de sparrenboom en drie tot vier maanden later rond het paasvuur om de goden gunstig te stemmen. En zo zijn we allemaal op onze eigen manier toch een beetje religieus.

De eerste karren met snoeihout reden naar de plek waar ieder jaar de paasbult wordt opgetast. Dat gaat allang niet meer zoals in mijn kindertijd. Toen sjouwde je met een ploegje jeugd en ouderen achter een wipkar of een korre langs de huizen en verzamelde takken en al wat maar brandbaar was en hiermee werd een bult gelijk een hooimijt opgebouwd. Dat was nog secuur werk en vergde meerdere weken. En alles na schooltijd! Daar zou je nu eens om moeten komen…                    De mannen duwden de takken van de karren, hetgeen een onordelijke wildernis opleverde. Later in de middag zou een trekker met voorlader de boel tot een ogenlijke berg opstapelen en weer later zal daar de vlam in worden gestoken. Zo gaat dat al jaren. Nou ja, dat is te zeggen; de laatste drie jaren is er geen paasbult geweest. In 2019 niet vanwege de droogte en in 2020 en 2021 niet vanwege het coronavirus. Maar nu mag het weer. Ik merk een zekere geestdrift. Of de paasbult blíjft is echter zeer de vraag. Tradities, wetgeving en milieu leven op gespannen voet en niet alleen als het om het paasvuur gaat. Daar kun je vraagtekens bij zetten. Neemt niet weg dat het nu misschien meer dan andere jaren gezien kan worden als het eind van een hele vervelende crisis en het begin van een soort verlichting. De tijd dat er hoog boven op de paasbult een teerton of een rubber band voor extra rook moest zorgen is gelukkig voorbij. Volgende week is het land weer schoon en kan de boer in de voorverwarmde aarde zijn aardappelen poten. Want in het algemeen beschouwen wij de Paasdagen als een uiting -een bede, zo men wil- voor een goede oogst. Vandaar ook het paasei, hoewel met die paashaas de grote verwarring begint. Daar moeten we toch eens naar kijken…..

De mannen zijn nog druk bezig. Kar na kar verschijnt. Er is plenty hout. De berg rijst. Het dorp leeft. Dat voelt goed. Ik voeg mijn bescheiden bosje sprokkelhout toe en wens u fijne Paasdagen en een vruchtbaar voorjaar.

Willem.