Column “Hoop doet leven”

698

Hoop doet leven

Ik schrijf deze keer mijn stukje alsof het leven er vanaf hangt. Doorgaans ontstaan die stukjes gaandeweg en als het moment daar is werk ik het uit en stuur het op. Zo gaat dat meestal. Maar nu komt het als in een roes. Ik zal zeggen hoe dat zit. We reden zaterdagavond 17 juni j.l. terug van een retro-muziekfestijn in Veendam en waren nog helemaal euforisch. Het was een geweldig sfeervolle avond en daarom besloten we nog even door te rijden naar Gieten. Daar was, zo had ik gelezen, bij De Goorns een manifestatie gaande om kanker onder de aandacht te brengen en middels een estafette-loop geld in te zamelen. Vroeger sprak je niet makkelijk over kanker, meestal in bedekte termen. Een buurtgenoot van ons kreeg k, de eerste keer in mijn jeugdige leven dat ik van deze ziekte hoorde. Ik ben nu dik vijftig jaar verder en ik wordt er nu regelmatig mee om de oren geslagen. Een goede vriend van ons is juist aan het herstellen van een tumoroperatie, ik bedoel maar.

We reden in opgewekte stemming naar het sportterrein en troffen daar tot onze verwondering een bijna surrealistisch verlicht veld aan, bestaande uit een woud van paden waarop wandelaars liepen. Bijna bizar. De omslag van de vrolijkheid van ‘Veendam’ naar dit indrukwekkende gebeuren kon bijna niet groter zijn. We liepen het veld rond en kochten bij diverse stalletjes het een en ander, alles ging immers naar het goede doel. We waren er stil van en dat was in essentie ook een beetje de bedoeling. Van de gaten die deze rotziekte slaat wórdt men ook stil. We wachtten het begin van een gezamelijke fakkel-optocht nog even af en gingen toen naar huis. Daar hoorden we het gedreun van de muziek van het schuurfeest in het dorp. De vrouw ging naar bed en ik zette me nog even buiten. Wat leven we toch eigenlijk in een geweldig land, dacht ik bijna hardop. Zeker, wij klagen ook weleens, maar vergelijk het eens met de rest van de wereld… Met dat gevoel ging ik later die nacht naar bed.

De volgende morgen raadde mijn vrouw mijn gedachten. ‘Gaan we nog een keer naar Gieten?’ zei ze. We gingen en opnieuw liepen het terrein rond en spendeerden weer het een en ander bij de stalletjes. ‘Volgend jaar doe ik ook mee’ zei ik meer dan eens tegen een bekende. We hadden minstens voor twee lopen aan spelletjes en spulletjes besteed. Want wat een geweldig evenement was dit en door zoveel mensen zo goed geregeld. Hier past een welverdiende en diepe buiging. Zo, en nu die rotziekte nog de wereld uit!

 

Willem