Ik kreeg onlangs een schrijven van een lezer waarin hij gewag maakte van een fout in een ouder stukje van mijn hand. Dat kan. Een mens is geen computer en waarheden veranderen soms bij de dag. Ik zei dat ik het wel even zou veranderen. Dat opende meteen de deur voor nader onderzoek naar de wortels van ons dorp. Altijd leuk om te doen. Kon ik voor mijn onderzoek naar de winkels van Gieterveen, want daarin bevindt zich de fout, nog terecht bij een paar dorpsgenoten, voor de volgende berichten moeten de eventuele getuigen minstens een eeuw oud zijn. Het betreft namelijk de zomerspelen van Gieterveen van 1933. Het uitgebreide krantenartikel van 24 juli somt eerst een scala veekeuringen op, want die waren onderdeel van het geheel en gingen vooraf aan de spelen. Ik zal me hier van weerhouden, hoewel ik nog heb meegemaakt dat op het oude sportveld (achter toenmalig café Zwiers) een veekeuring plaatsvond. De keurig gepoetste koeien, de staarten in de spic & span, stonden aangelijnd aan de stalen buizen van de westzijde van het veld. In het artikel wordt gesproken van een feestterrein (voor de veekeuringen) en een sportterrein voor de Kinderspelen der Scholen te Gieterveen. Ik weet niet of je de handen nu nog op elkaar krijgt voor het ‘Ballen dragen op een bord voor kleine meisjes’ of het ‘Wasch ophangen voor de middenmeisjes’. Leuk is het om de winnaars bijna een eeuw later toch eens langs te lopen. Bij het eerstgenoemde spel, werden de prijzen gewonnen door achtereenvolgens: Aaltiena Poelman, Henderkien Zandvoort, Zwaantje Kaspers en Marchientje Groenwold. Bij het was ophangen, waren dat: Aaltje Piening, Anja Stegeman, Grietina Drenth en Geertje Huiting. Waaruit de prijzen bestonden staat er helaas niet bij. Maar aangezien in het artikel melding wordt gemaakt van subsidies van de Coöp Stoomzuivelfabriek en de Plaatselijke Landbouwvereniging, zou het te maken kunnen hebben met boter, kaas en eieren. Bij de ‘Gymnastische dans voor midden jongens’ is het aardig te zien dat de prijswinnaars voor oud-Gieterveners bekende namen zijn, te weten: Hendrik Germs, Johannes Darwinkel, Hendrik Darwinkel, Maarten Wessels en Gezinus Schuiling. Bij het ‘Stoeltje dansen voor grotere meisjes’ lees ik dat mijn moeder ook tot de gelauwerden behoorde. Dat doet me deugd. Ze moest helaas Grietje Zwiers, Gezina Bouwman, Geertruida Everts voor zich velen. Maar mijn moeder kennende moet ze heel tevreden zijn geweest met haar vierde plek. Verder wordt er nog melding gemaakt van ‘Wedrennen voor paarden en ponies’ (prijzen aflopend vanaf 12 gulden) het ‘Schaken van de baker’, ‘Fietsrijden voor heeren’ en ‘Ringrijden met hindernissen voor dames’. Alle prijzen werden uitgereikt in café Eling door de heer L. Waninge, hoofd van de Openbare Lagere School alhier. Hij had het er maar druk mee. Ik waag het te betwijfelen dat zulks nu nog zou kunnen. De aanvoer van koeien voor de keuring kan men in deze tijd wel vergeten en de aanduidingen van ‘een goed kruis, zware spenen en een ietwat doorgezakte uier’ zou in ons huidige Dagblad weleens op ingezonden brieven kunnen rekenen. Wat dat betreft is er erg veel veranderd. Het artikel eindigt met muziek van het gezelschap Spijker/Nodder en dat er op de dansvloer menig dansje werd gemaakt. Geconstateerd mag worden -schrijft de vliegende reporter van De Noord-Ooster- dat de festiviteiten ook dit jaar weer uitstekend zijn geslaagd.
Kom ik tot slot bij het eerder genoemde foutje in mijn column van juli 2019, te weten ‘Winkels 2’. Ik schreef daarin over mevrouw Kaspers, het petroleumvrouwtje van de Pastoorsakker. Dat blijkt niet waar te zijn. Ter rectificatie; in de Noord-Ooster van 30 december 1933, wenst A. van der Laan in een advertentie zijn cliëntele en familieleden het allerbeste voor het jaar 1934. Daaronder staat zijn nering: Petroleumventer. Dat u het even weet als u om wat voor reden ook petreule nodig heeft!
Willem.