Vandaag is het 5 mei – 5 mei 2020. Een stille dag, niet veel anders dan de dagen van de afgelopen zes weken. Toen gingen vanwege de angst voor coronabesmetting vele deuren op slot en werd het stil op straat. Al spoedig werd er door mensen die ver na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog waren geboren gezegd dat het ‘wel leek alsof het oorlog is’. Een vergelijking die kant noch wal raakt, maar een mens in nood zegt soms rare dingen. Er wordt ook gezegd dat wij, de mensheid, hier misschien wel van zullen leren. Daar twijfel ik aan. Veel meer dan een hinderlijke onderbreking zal het voor een hoop mensen na verloop van tijd niet betekenen. Dat ligt natuurlijk anders voor mensen die een eigen bedrijf hebben en dat nu volledig stil ligt. Geen reuring is geen omzet is geen boterham. De tijdelijke vergoeding van staatswege is aardig, maar is voor velen een druppel op de gloeiende plaat. Voor de hele economie weer op de rit is zijn we minstens een paar jaar verder. Dan zal ook langzamerhand iedereen weer een beetje aan de slag zijn. Dat onzekere gat, daar moeten wij eerst doorheen. Maakt dat voor mensen die niet meer aan het betaalde arbeidsproces deelnemen veel uit? Best wel! Ten eerste is daar natuurlijk de insluiting (lock-down) van verzorgings- en verpleeghuizen, waardoor zij geen enkel lijfelijk contact kunnen hebben met hun naasten. Dat is meer dan vervelend, echt afzien. Ook voor wat betreft eenvoudige uitjes, wandelingen en dergelijke, is er geen ruimte. Vrijwilligers die zich hier voor inzetten, wachten ook gelaten af wanneer ze weer aan de slag kunnen. Het personeel in deze huizen loopt zich nu het vuur uit de sloffen… en wat te denken van de ziekenhuizen? Bezoek is daar slechts bij uitzondering welkom. Dat zijn werkelijk treurige omstandigheden. Zou dát eerst maar eens voorbij zijn…!
De Naoberhulpgroep heeft onlangs bloemen gebracht bij alleenstaanden en Impuls bij de mensen die gewoonlijk ’s woendagsochtends in het dorpshuis samenkomen. Even een steuntje in de rug. Heel mooi! Want voor hen is het niet fijn dat ze soms dagen bijna geen mens kunnen spreken. Maar stilaan komt er enige verbetering in de situatie. Ik zag alweer de eerste vliegtuigen, waarbij ik eerst nog dacht dat de piloot een verkeerde afslag had genomen. Winkels willen met de nodige aanpassingen weer open en de kinderen kunnen spoedig -hetzij gesepareerd- weer naar school en ook hun sportclubs starten langzamerhand weer op. De ergste kou is voorzichtig aan het wegtrekken. Het wachten is op de finale zomerbries.
5 mei dus… Overal hangen vlaggen fier te wapperen. Dag van de Bevrijding, per slot van rekening. We mogen dan wel niet samenscholen en geen feesten organiseren, maar het genereert wel het gevoel dat we ons er niet zomaar onder laten schoffelen. Ook het uitgaansleven en het toerisme zal mettertijd met de nodige voorzichtigheid op gang komen. Nog even een tijdje die anderhalvemeter tussenruimte volhouden. Nog even doorzetten dus. Nou, het beste maor weer!