Column Willem Haandrikman “Verkassen”

557

Verkassen

De laatste tijd ben ik veel bezig geweest met het leeghalen van het huis van mijn schoonmoeder. Door afnemende gezondheid is ze naar Dekelhem verhuisd, hetgeen betekende dat haar veel grotere oude woning ontruimd moest worden. Mijn schoonmoeder was een royale koopster van kleding en al wat men zo in de huishouding nodig heeft. Daar kwamen we bij het leeghalen van de vele kasten en laden weer eens achter. Ik zal er geen kwaad woord over zeggen en ik wil ook niet vervallen in de tot op de draad versleten clichés en schoonmoedergrappen want, ik heb het altijd heel goed met haar kunnen vinden en dat leeghalen en wegbrengen van de overbodige spullen

is voor beide partijen een harde dobber. Onwillekeurig dacht ik tijdens dit werk hoe het mijzelf zal vergaan; wat er met mijn spullen zal gebeuren als ik verkassen moet naar een verzorgingshuis. Wordt er tegen die tijd -ik ben voor de goede orde van plan om heel lang overeind te blijven- nog wel gelezen?

Ik bedoel; papieren boeken. Want daar bezit ik nogal wat van. Of moet ik nu alvast beginnen ieder jaar een paar meter proza naar de tweedehandswinkel te brengen? Moeilijke vragen, zeker als je weet dat je niet zelden juist dat ene boek nodig hebt dat je net hebt weggedaan. Want schrijven is vaak ook struinen in oude boeken omdat niet alles op internet staat en dus ben ik voorzichtig met het ongebreideld afstaan. Een andere vraag is natuurlijk wanneer iemand de tijd rijp acht ‘kleiner te gaan wonen’, ik bedoel hiermee uiteraard de vriendelijke variant! Sommige mensen besluiten daar al vroeg toe, omdat ze van de rompslomp van huis- en tuinonderhoud af willen en ook omdat ze de noodzakelijke voorzieningen dichtbij huis willen hebben. Dat heeft tot gevolg dat kleine dorpen leeglopen, omdat de kosten voor deze voorzieningen hoog zijn en het beste gedeeld kunnen worden door zoveel mogelijk gebruikers. Allemaal heel logisch, maar triest blijft het wel.

Nu schoonmoeder in Dekelhem is gehuisvest, kom ik daar dus regelmatig en even regelmatig kom ik er oud-Gieterveners tegen. Ze hebben het’r allemaal best naar de zin, want het is een heel goed verzorgingshuis. Maar altijd komt de achterliggende reden van hun verkassing ter sprake: ‘Het kon ja niet langer zó’. Dat zó is dat hij of zij het alleen wonen en verzorgen niet meer aankon en hulp nodig had die in het oude dorp niet meer gegeven kon worden. Mantelzorgers, hoe geweldig goed werk die ook doen, kunnen niet dag en nacht klaar staan en dus is verhuizing de laatste optie. ‘Ik heb’t hier heul best noar mien zin’ zegt de een en de ander: ‘Ik wil hier nooit meer vot’. Dat zegt genoeg. Het sprankje weemoed denk ik er zelf wel bij.

Nu alles achter de rug is valt er een beetje een gat. O ja, ik heb toch maar weer een doos voor weg te geven boeken op de vaste plek gezet, maar of ik die voor de kerstdagen nog vol krijg is zeer de vraag…

 

    Willem