Column Willem Haandrikman “Thee voor twee”

469

Thee voor twee

In deze tijd, de tijd waarin het WK-voetbal plaatsvindt, moet het voor mensen die deze sport geen bal kan schelen moeilijk aansluiten zijn. De wereld lijkt immers bezeten van de WK en probeer dan maar eens een ander onderwerp aan te snijden. Ik moet eerlijk bekennen dat ik geen voetbalfanaat ben, ik zie de doelpunten van de wedstrijden die er toe doen bij uitzondering op het Journaal en roep in het beste geval ‘wat een prachtig doelpunt’ en daar blijft het zo’n beetje bij. Midden in dit wereldgeraas, prompt na de verpletterende zege op Spanje – we hadden kennelijk nog iets goed te maken- speelde in ons eigen dorp een Engelse club tegen f.c.Gieterveen. Toen ik kennis nam van deze wedstrijd, besloot ik mijn schroom te overwinnen en fietste op het aangegeven tijdstip naar de Hoogkaamp. Met Koko of één van onze vroegere honden liep ik op een zondagmiddag regelmatig langs het sportveld en bezag terloops door het struweel de verrichtingen van de spelers. Eén keer kwam mij over het gaas een bal tegemoet die ik naar mijn doen behendig terugschoot. De wedstrijd tegen de gastspelers uit Wallington viel buiten het seizoen en betrof een vriendschappelijke uitwisseling. Er stond weinig op het spel. Een dorpsgenoot had voor deze mogelijkheid gezorgd en zo geschiedde het.

Van de wedstrijd kan ik natuurlijk niet veel zeggen. Er wordt naar mijn idee al veel te veel gekakeld over de verrichtingen binnen het veld door lieden buiten het veld, dat ik mijn onkennis graag achter de huig houd. Bovendien is de scheidslijn tussen de voors en tegens nergens zo scherp als in de sport en in het bijzonder bij voetbal. Ik bezit dit gen niet of onvoldoende en riep toen de Wallies hun eerste doelpunt scoorden even hard ‘goal’, maar na 3 doelpunten aan de Engelse zijde hield ik verder wijselijk mijn mond. Engeland mag dan na Nederland mijn favorietste euroland zijn; overdrijven was nou ook weer niet nodig. Stuurs begonnen de reserves en de ballenjongens van ons kamp langs de lijn heen en weer te paraderen. Toen de thee naderde was de score 1 tegen 5. De sfeer bleef niettemin vriendelijk; wij zijn een edelmoedig volk en de Engelsen stompten elkaar ook niet voldaan op de borst. Ze moesten uiteindelijk toch ook weer heelhuids de plas over en dan… ach, met Engeland varen we al jaren wel. We hebben zelfs enige rasechte Liverpudlians in ons midden en daar breken we graag een lans voor.

In de pauze sprak ik even hun teamleider aan. Ze hadden het hier best naar de zin en prezen onze gastvrijheid en onze sportfaciliteiten. F.c. Wallington bezit naar het schijnt niet veel meer dan een hobbelig grasveldje en slechts twee douches. Nee, dan was dit een paradijs, sprak hij lovend. Ik hoopte dat zij Gieterveen niet met ‘double numbers’ zouden inmaken, zei ik lichtelijk bezorgd en dat gebeurde gelukkig ook niet.

Beide clubs werden na het eindsignaal zoals het hoort door het voltallig publiek toegejuicht. Sport moet ten eerste verbroederen of verzusteren of iets daar tussenin. In de dug-out van onze gasten zag ik tenminste een meisje dat ik als Gieterveense meende te herkennen. Mogelijk gaat Gieterveen volgend jaar met een team naar Engeland. Dan gaat zij wis en waarachtig mee, al zou ze alleen maar helpen bij het thee schenken. Want dat gebruik hebben wij  after all ook zo geweldig gemeen.

Willem